Studio evolutie

Na de aanschaf van een TEAC Portastudio M144 begin jaren 80, werd gestart met echte multi-track opnamen (4-sporen) en werd mijn thuisstudio omgedoopt tot  "Twilight Studio". Met dit compacte apparaat zijn de opnamen voor Simple gemaakt, thuis en op locatie. Toen werd ook een Tascam 22-2 Masterrecorder toegevoegd voor mastering.
Ter info: mijn M144 is uitgebreid met extra insertiepunten op ieder kanaal en mijn 22-2 heeft een speciaal emphasis filter voor extra ruisonderdrukking

Opname stadia...

Eind jaren 70 werd zelf musiceren belangrijker en ontstond de mogelijkheid om meerdere lagen op te nemen via sound-on-sound opnamen met een Akai 4000DS MK II bandrecorder.

Op deze manier zijn mijn eerste solo opnamen  en de opnamen van Fangorn ontstaan.

Begin jaren 70 begon ik al wat te experimenteren met het combineren van verschillende geluidsbronnen en microfoon via een zelfbouw Philips mengpaneel als geluidstechnicus bij een zelfverzonnen radiostation zonder zender (alles op cassette opgenomen). 

De lange weg van opnametechnieken, verschillende ontwikkelingen en afwijkende opnamemedia

In 1990 deed de computer zijn intrede in de studio, dankzij de opkomst van MIDI. Vanaf dat moment gebruikte ik een Atari 1040 STe met Cubase, waarmee de MIDI signalen van mijn Roland D-20 keyboard opgenomen konden worden op diskette. Vooral handig voor het arrangeren van eigen muziek.

Tot dusver werd nog steeds alle audio analoog opgenomen op band of cassette. In 1994 kwam daar verandering in door de Tascam DA-88 digitale 8-sporen recorder. Die neemt de audiosignalen digitaal op een Hi-8 videocassette op. Hierdoor werd ik verlost van de bijgeluiden van analoge banden en kon dit audio signaal ook nog eens gesynchroniseerd worden met de MIDI signalen van de Atari. Nieuwe mogelijkheden voor betere opnamen, die ook benut werden voor de Unity CD. Een (analoge) Spirit Folio Rac Pac mixer diende als ingang voor de instrumenten en Cubase hield alles in het gareel.

In 1998 werd nog een extra stap gezet richting het digitale domein. Ook de mengtafel werd digitaal (Spirit Digital 328) en ik stapte over op een Apple computer met Logic als sequencer software met audio opname mogelijkheid. Voortaan werd dus alles opgenomen via digitale signalen, waarbij ook signaalbewerking via software plugin-ins mogelijk was. Het aantal opnamesporen werd enkel begrensd door de processor capaciteit van de computer. Op deze wijze is ook mijn solo CD opgenomen. In essentie draait de studio nog op deze manier, waarbij er nog wel wat (software) upgrades hebben plaatsgevonden.

Kortom, in tegenstelling tot de nieuwste generatie producers, ben ik niet direct in het digitale opname domein begonnen, maar heb ik in de loop der jaren vele omzwervingen langs diverse nieuwe ontwikkelingen meegemaakt. Daardoor heb ik veel geleerd over o.a. opnametechnieken en MIDI. Een boeiende reis, waarbij vooral de beperkingen tot extra creativiteit aanzetten.

Enig nadeel: er rest nog een monsterklus om vier decennia aan opnamemateriaal vanaf diverse media om te zetten naar het digitale domein...